Versnelling, afkomstig van het Latijnse woord acceleratĭo , is de handeling en het gevolg van versnellen (waardoor de snelheid toeneemt). De term verwijst ook naar de omvang waarmee de toename in snelheid in een tijdelijke eenheid kan worden uitgedrukt.
Het bijvoeglijk naamwoord centrifugaal, aan de andere kant, kwalificeert wat zich op afstand bevindt van het centrum of de neiging heeft om ervan weg te gaan. Wat betreft het midden, het is het punt in het midden van iets dat op gelijke afstand van de grenzen of randen ligt.
Nu deze ideeën duidelijk zijn, kunnen we verder gaan met het definiëren van het concept van middelpuntvliedende versnelling. Het begrip is gekoppeld aan de versnelling die een object verkrijgt door het effect van een middelpuntvliedende kracht (een fictieve kracht die ontstaat bij het beschrijven van de verplaatsing van een object in een referentieframe dat in rotatie is).
Men kan zeggen dat deze middelpuntvliedende kracht deel uitmaakt van de traagheidskrachten: die welke het resultaat zijn van de beschrijving van de verplaatsing van een element of een systeem uit een referentieframe dat niet traag is. De middelpuntvliedende kracht wordt op deze manier geproduceerd door de traagheid van de objecten wanneer ze rond een as bewegen, aangezien deze objecten de neiging vertonen om een tangentieel type traject te behouden ten opzichte van de curve die ze maken.
Centrifugale versnelling neemt daarom toe naarmate de middelpuntvliedende kracht toeneemt door de massa van het object en de traagheidsstraal te vergroten. Het is belangrijk om niet te verwarren tussen middelpuntvliedende versnelling en middelpuntzoekende versnelling (de grootte die verband houdt met de verandering van de richting van de snelheid van een object dat een kromlijnig pad volgt).