De eendimensionale lijn die bestaat uit oneindige punten die elkaar in dezelfde richting opvolgen, wordt een rechte lijn genoemd. Concurrent, van zijn kant, is een bijvoeglijk naamwoord dat verwijst naar dat wat overeenstemt (dat wil zeggen, dat anderen van zijn soort op dezelfde plaats ontmoet).
Deze definities stellen ons in staat om het begrip gelijktijdige lijn te benaderen. Gelijktijdige lijnen zijn drie of meer lijnen die in hetzelfde vlak liggen en een gemeenschappelijk punt hebben.
Dit betekent dat de gelijktijdige lijnen door hetzelfde punt gaan, in tegenstelling tot parallelle lijnen die geen punten gemeen hebben, ze op gelijke afstand van elkaar staan en niet de mogelijkheid hebben om elkaar te kruisen, zelfs als ze voor onbepaalde tijd verlengd zijn. Beide eigenschappen zijn dus exclusief: als de lijnen parallel zijn, zijn ze niet concurrent, en vice versa.
Uiteindelijk kan worden gezegd dat de gelijktijdige lijnen op hetzelfde punt samenkomen. Als het om twee lijnen gaat, worden dit secanslijnen of loodrechte lijnen genoemd, afhankelijk van het geval. In plaats daarvan, met drie of meer lijnen die elkaar op een bepaald punt kruisen, is het juiste concept dat van gelijktijdige lijnen. In ieder geval zijn alle lijnen die door hetzelfde punt gaan, gelijklopend in de zin dat ze samenvallen in een bepaalde ruimte (het punt in kwestie).
Op scholen en instituten moeten studenten het concept van de gelijktijdige lijn leren en ook hoe ze deze vorm kunnen geven. Dus in het eerste geval is dat iets dat ze ontdekken in de lessen Meetkunde, terwijl ze het tweede leren in de lessen Plastic.
Opgemerkt moet worden dat het bestaan van gelijktijdige lijnen het creëren van verschillende hoeken impliceert. Bij het kruisen op het gelijktijdige punt geven de lijnen aanleiding tot hoeken met verschillende afmetingen (45º, 20º, etc.).
Naast al het bovenstaande kunnen we het bestaan niet negeren van wat de gelijktijdige lijn van de aardlijn wordt genoemd, die fundamenteel wordt gebruikt binnen de architectuursector en die verwijst naar de lijn die deelneemt aan bepaalde projecties en dat neemt een gelijktijdige positie in voor essentiële lijnen.
En het is dat ze ook binnen de eerder genoemde sector een bijzondere rol spelen. Zo kunnen we bijvoorbeeld vaststellen dat er bepaalde gebouwen en constructies zijn die duidelijk maken dat ze zijn samengesteld uit wat gelijktijdige lijnen zijn. Dit zou het geval zijn bij de piramides van Egypte, aangezien al hun zijlijnen samenkomen op een gemeenschappelijk punt dat de top vormt.
Evenzo wordt aangenomen dat in de kunstwereld ook dit soort lijnen een bijzondere rol spelen. Zo staat bijvoorbeeld vast dat de renaissanceschilders ze met grote aanwezigheid gebruikten bij het vastleggen van landschappen en vooral straten. Specifiek wordt bepaald dat om de lay-out van dat element te ondernemen, ze ervoor kozen om twee gelijktijdige lijnen te creëren die samenkwamen in wat het verdwijnpunt of het punt van oneindigheid werd genoemd. Dit is iets dat te zien is in sommige schilderijen van Raphael, Dürer of Piero de la Francesca.